De Europese Unie heeft bekendgemaakt wat de groene waterstofnorm is?

In het kader van de transitie naar koolstofneutraliteit hebben alle landen hoge verwachtingen van waterstofenergie. Ze geloven dat waterstofenergie grote veranderingen met zich mee zal brengen in de industrie, transport, bouw en andere sectoren, zal helpen de energiestructuur aan te passen en investeringen en werkgelegenheid zal stimuleren.

Vooral de Europese Unie zet sterk in op de ontwikkeling van waterstofenergie om de energie-afhankelijkheid van Rusland te verminderen en de zware industrie te decarboniseren.

In juli 2020 presenteerde de EU een waterstofstrategie en kondigde de oprichting van een coalitie voor schone waterstofenergie aan. Tot nu toe hebben 15 landen van de Europese Unie waterstof opgenomen in hun economische herstelplannen.

Na het conflict tussen Rusland en Oekraïne is waterstofenergie een belangrijk onderdeel geworden van de strategie voor de transformatie van de energiestructuur van de EU.

In mei 2022 kondigde de Europese Unie het REPowerEU-plan aan om de Russische energie-import af te bouwen, en waterstofenergie heeft daarbij aan belang gewonnen. Het plan beoogt 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof in de EU te produceren en 10 miljoen ton hernieuwbare waterstof te importeren tegen 2030. De EU heeft ook een "Europese Waterstofbank" opgericht om de investeringen in de waterstofenergiemarkt te verhogen.

Verschillende bronnen van waterstofenergie bepalen echter de rol van waterstofenergie in de decarbonisatie. Als de waterstofenergie nog steeds wordt gewonnen uit fossiele brandstoffen (zoals steenkool, aardgas, enz.), wordt dit "grijze waterstof" genoemd en is er nog steeds sprake van een grote CO2-uitstoot.

Er is dus veel hoop in de productie van waterstof, ook wel groene waterstof genoemd, uit hernieuwbare bronnen.

Om bedrijfsinvesteringen in groene waterstof te stimuleren, streeft de Europese Unie ernaar het regelgevingskader te verbeteren en technische normen voor hernieuwbare waterstof vast te stellen.

Op 20 mei 2022 publiceerde de Europese Commissie een conceptmandaat voor hernieuwbare waterstof. Dit leidde tot veel controverse vanwege de vaststelling van de beginselen van extraliteit, temporele en geografische relevantie bij de productie van groene waterstof.

Er is een update over de vergunningswet. Op 13 februari heeft de Europese Unie (EU) twee machtigingswetten aangenomen die vereist zijn door de Richtlijn Hernieuwbare Energie (RED II) en gedetailleerde regels voorgesteld om te definiëren wat hernieuwbare waterstof in de EU is. De vergunningswet specificeert drie soorten waterstof die als hernieuwbare energie kunnen worden beschouwd: waterstof die wordt opgewekt door directe aansluiting op nieuwe hernieuwbare energiebronnen, waterstof die wordt geproduceerd met netstroom in gebieden met meer dan 90 procent hernieuwbare energie, en waterstof die wordt geproduceerd met netstroom in gebieden met lage CO2-emissielimieten na ondertekening van overeenkomsten voor de afname van hernieuwbare energie.

Dit betekent dat de EU een deel van de waterstof die wordt geproduceerd in kernenergiesystemen mee laat tellen voor haar doelstelling voor hernieuwbare energie.

De twee wetsvoorstellen, die deel uitmaken van het brede EU-regelgevingskader voor waterstof, zullen ervoor zorgen dat alle ‘hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstoffen van abiotische oorsprong’, of RFNBO, worden geproduceerd uit hernieuwbare elektriciteit.

Tegelijkertijd bieden ze producenten en investeerders van waterstof zekerheid op het gebied van regelgeving, zodat hun waterstof binnen de EU kan worden verkocht en verhandeld als ‘hernieuwbare waterstof’.


Plaatsingstijd: 21-02-2023
WhatsApp Online Chat!